Op 27 augustus 1997 werd ik met post Zuilen gealarmeerd voor een binnenbrand bij wijkcentrum “De Paraplu”.
De Paraplu was een bijeenkomstgebouw aan de rand van de wijk en werd vooral gebruikt voor dagbesteding voor allerlei doelgroepen. Ik weet niet meer precies wat er voor activiteiten waren, maar het waren er veel.
Het gebouw bestond volledig uit hout. Het waren houten sandwichpanelen met daarop een schuine kap bedekt met Bitumen. De gebouw was opgedeeld in lokalen met gangen die er langs liepen. Echt een pand waar een potentiële brand zijn gang kon gaan. We hadden in die tijd geen idee wat rookgassen deden en wat de gevaren ervan waren en vooral niet hoe we ermee om moesten gaan. Nu is dat anders en worden bevelvoerders en manschappen getraind op de gevaren van rookgasexplosies.
In de ochtend werd de brand gemeld en Zuilen rukte uit met twee brandweerauto’s (tankautospuiten genoemd). Direct middelbrand. De bevelvoerder heeft daarna vrij snel opgeschaald naar grote brand en een redvoertuig ter plaatse laten komen. Er is met een binnen aanval getracht de brand aan te pakken, maar de rookgasverspreiding boven het plafond was al te ver gevorderd en feitelijk was er al geen houden meer aan. Daar was men zich totaal niet van bewust! De aanvalsploeg van de 1e TS was binnen, vrij diep het pand in, bezig met een verkenning tot zij plotseling werden geconfronteerd met een flashover en ingesloten raakten. Halsoverkop zijn zij via de ramen naar buiten gevlucht om zich te melden bij de bevelvoerder. Het pand was verloren! De brandweer ging over op wat wij nu noemen een offensieve buitenaanval. Defensief hoefde niet, want er waren geen naastgelegen panden die bedreigd werden. Het werd één grote buitenbrand.
Het nablussen duurde nog vrijwel de gehele dag. En om alles goed uit te maken, moesten de uitgebrande puinhopen betreden worden. Twee brandwachten stuitten per toeval op een koelkast die ongeschonden de brand had overleeft. Natuurlijk was de nieuwsgierigheid niet te bedwingen dus ging de koelkast open. De inhoud: bier! En nog redelijk koud ook. Je raad het al, deze twee heren hebben een deel van de inhoud niet ongemoeid gelaten.
Dit is typisch zo’n barverhaal wat jaren later tegen elke aspirant in geuren en kleuren wordt verteld. Hoogstwaarschijnlijk iets aangedikt, maar dat mag.