Soms heb je van die incidenten waarvan je achteraf denkt: ‘Hoe is het mogelijk en wat hebben die mensen een geluk gehad!’
Midden in de nacht werd Post Zuilen voor een waterongeval gealarmeerd aan de Amsterdamsestraatweg. Dat is niet raar, want het Amsterdam Rijnkanaal loopt erlangs en een stuk verderop richting Maarssen loopt ook een flinke sloot. Bij het inmelden gaf de meldkamer mee dat het toch geen waterongeval betrof, maar een beknelling. Dus het voorlopige plan werd gewijzigd van waterongeval naar beknelling en de duikers, die volgens procedure ook waren gealarmeerd, gingen terug naar de kazerne.
Wat was er gebeurd: een auto uit de richting Maarssen was aan de verkeerde zijde van een verkeersheuvel gaan rijden, spookrijden dus, om een taxi in te halen. Na het inhalen wilde de spookrijder weer terug naar zijn eigen weghelft, maar zag de naderende verkeersheuvel over het hoofd. Zijn auto werd gelanceerd en kwam precies op de rand van het Kanaal terecht.
Bij aankomst zagen we de auto hangen en deze dreigde in het water te vallen. We hebben snel de auto gezekerd met een hijsband aan de TS en zijn het ongeval verder gaan schouwen. “Er zitten twee personen in de auto”, zei de net voor ons gearriveerde politie. “Ik zie er maar één” zei ik, met een vragende blik naar de agent. “Ze zitten op elkaar, beide op de bestuurdersstoel”, reageerde de agent. En ja inderdaad, de bijrijder was door de klap op de schoot van de bestuurder terecht gekomen.
Ik had inmiddels de duikers toch laten terugkomen, want we moesten de bevrijding doen aan de rand van het kanaal. Ik had de duikers nu wel nodig als veiligheid voor mijn eigen mensen, mochten zij in het water vallen.
Door hun behoorlijke letsel moest de bevrijding zorgvuldig gebeuren. Dus moesten de deuren eruit en het dak voorover worden geklapt. Om ruimte rond het wrak te maken, zijn de bosschages die langs het kanaal staan weg gezaagd met de motorkettingzaag. Al met al een raar ongeval wat bij een oefening al snel als overdreven zou zijn bestempeld.
In de bevelvoerdersopleiding leren we de cursisten altijd een plan en een plan+ te bedenken. Dus een plan wat je werkwijze gaat worden en een plan+ als dat plan niet kan of de situatie anders blijkt te zijn. Dit plan+ had ik niet kunnen bedenken.
Ik ben erachter gekomen dat geen scenario gek genoeg is. Je kan het zo gek niet bedenken of je kan het in de praktijk tegenkomen. In dit geval was het belangrijk om het wrak zo snel mogelijk stabiel te krijgen om te voorkomen dat het voertuig alsnog in het water zou vallen, waardoorde inzittenen zeker zouden verdrinken. Deze mensen hadden door het roekeloze rijgedrag van de bestuurder zeer veel geluk gehad: 20 centimeter verder en het voertuig was in het kanaal gezakt.